Eerst even een opmerking naar aanleiding van een foto in het vorige verslag. De foto van de Grote Kruisbek is niet juist. Op de foto staat een Kramsvogel afgebeeld. Ik dacht, mooi, ik ben benieuwd hoeveel lezers hierop reageren. Dat was mager, van slechts 1 persoon kreeg ik de melding dat de foto van de Grote Kruisbek niet klopt. In de wandelgangen kwamen er nog twee.
Dan nu verder. Eind november, een druilerige dag. Er valt niet veel te beleven buiten. Of toch wel? Jazeker! Afgelopen week was ik op de Duurswouderheide. In het gebied tussen Leidijk en Biskopsreed veel roepjes, die ik herkende als barmsijs. Uit waarneemsite’s uit Noordoost Europa komen meldingen van veel doortrek van barmsijzen. Hier zijn ze dus al gearriveerd. Een snelle telling levert alleen al op dit stukje heide liefst tachtig vogels op. Ze foerageren op larixkegels en zijn dan erg lastig te determineren. De barmsijs is te herkennen o.a. aan de kenmerkende roep: een bits “tjet, tjet tjet”, wat opvalt als er een groepje overvliegt. Van de barmsijs zijn een drietal volwaardige soorten in ons land bekend. Het zijn de Grote barmsijs, de Kleine barmsijs en de Witstuitbarmsijs. Lastig om de verschillen vast te stellen aLs ze hoog in larixen zitten. Kort even de verschillen, die herkenbaar zijn in het veld: Algemeen: De barmsijs is een klein vinkje, ongeveer zo groot als Sijsje, Kneu of Putter. Het beste herkenbaar is het rozerode petje. Het vogeltje mist de geelgroene kleuren van het Sijsje (vaak ook in de groepen aanwezig) en is wat grijsbruinig met wittige onderzijde. De Grote barmsijs (ach grote zegt niet veel..) is lichter op de bovenzijde dan de Kleine barmsijs. Vooral de vleugelstrepen zijn duidelijk wit, terwijl van de Kleine deze strepen bruingeel zijn gekleurd. Dit is eigenlijk op afstand wel het beste kenmerk. De Witstuitbarmsijs heeft, zoals de naam al aangeeft een puur witte stuit (gedeelte op de rug tussen staart en bovenrug (mantel). Ook de onderstaartdekveren zijn zuiver wit, terwijl die soort ook veel witter oogt.
Het voorkomen van barmsijzen in ons land is als volgt: De Kleine barmsijs is een schaarse broedvogel in larix/sparrenbossen en is het meest te vinden op onze eilanden. Op de Duurswouderheide kon ik afgelopen zomer 1 of 2 gevallen noteren. In de zomer is determineren daarom niet lastig. Dat zijn vrijwel altijd Kleine. In de herfst wordt het lastiger. Beide soorten trekken door. Soms zit er een Witstuit tussen. Dat is echter zeer zeldzaam. Vandaar dat ik de vogels op de heide goed in beeld probeer te krijgen.
Grote barmsijs verschijnt half oktober en is over het algemeen een zgn. invasiegast. Dat is dus ook deze herfst (en er komen nog meer aan…). Kans is dat ze de hele winter hier blijven of wat zuidelijker trekken. Ze zijn behalve overvliegend het beste waar te nemen in naaldbossen (vooral larix). Overvliegend zijn ze niet op soort te herkennen.
Kleine barmsijs is ook deze winter algemener. Er komen dus ook meerdere Kleine met de invasie mee. Voer voor determineren dus….
Witstuitbarmsijs is zeer zeldzaam. Te verwachten is dat er zich wel enkelen aansluiten bij de invasie. Dat werd al bevestigd (waarnemingen in Drents-friese Wold, Drenthe en Gelderland).
Tot zover het Barmsijsgeweld. Overigens is er nog een invasie aan de gang. Dat betreft de Grote Kruisbek, die ook in onze bossen werd gemeld. Juiste determinatie is lastig. De roep is een zwaar “kiep,kiep, kiep”(met meer een U klank), terwijl de (gewone) Kruisbek een minder diepe roep laat horen (zie vorig verslag).
IJsvogel wordt langs vaart, vijver en plas weer gemeld. Ze hebben nog voedsel genoeg. Als het streng gaat vriezen, wordt dat anders.
Houtsnip: wordt ook hier en daar weer gemeld. Vak zie je in het bos of de bosrand een grote bruine vogel snel en laag wegvliegen. De lange snavel valt op. Dat is vaak het enige wat je ziet.
Op de Duurswouderheide is verder de Klapekster weer aanwezig. Ook wordt af en toe de Blauwe Kiekendief gezien.
Een Bokje werd gemeld vanaf een gemaaide maisakker bij Bakkeveen. De soort is iets kleiner dan Watersnip met een kortere snavel. Het Bokje drukt zich bij gevaar en vliegt pas op als je er bijna op staat…Geen wonder dat de vogel niet veel wordt gezien.
Over de zwam die in de voige Slûswachter stond afgebeeld geen enkele reactie. Eigen onderzoek levert toch Slijmzwam op, te meer omdat de soort werd aangetroffen op gras (Pijpenstrootje). Hij is niet op soort te determineren. Bron: waarneming.nl.
Meldingen graag weer bij Koert Scholten: liefst online op: . Telefonisch kan ook op 542017.