De 'gewone' Holsteelboleet (Suillus cavipes) komt in onze omgeving regelmatig voor.
De gele vorm van de Holsteelboleet (Suillus cavipesforma aureus) is echter zeer zeldzaam en is maar op enkele plaatsen in Nederland gezien.
Deze Holsteelboleet (f. aureus) is rondom Bakkeveen op verschillende plaatsen ontdekt:
http://nvbakkeveen.waarneming.nl/soort/view/673951
http://www.verspreidingsatlas.nl/009011
In de bosrijke omgeving van Bakkeveen bevinden zich enkele stukken met veel Larix bomen.
Hier kunnen wij de Holsteelboleet aantreffen, hij leeft samen (in symbiose) met deze bomen. Veel paddenstoelen, meer dan 800 soorten, leven in symbiose met bomen.
Er zijn paddenstoelen die een symbiose met verschillende soorten bomen kunnen aangaan, zoals de Gewone heksenboleet, die een verscheidenheid aan loofbomen als waardplant kan hebben.
Bepaalde paddenstoelen kunnen met verschillende loof- én naaldbomen een symbiose vormen, zoals bijvoorbeeld de Gele knolamaniet en de Gewone fopzwam.
De Holsteelboleet is echter een 'specialist': deze komt uitsluitend voor als symbiont van de Larix.
Deze symbiose houdt in dat de zwam met zijn schimmeldraden om de wortels van de boom groeit, dit wortelstelsel heet ectomycorrhiza, de zwammen heten mycorrhiza-zwammen.
De zwam heeft zelf als voordeel dat hij koolhydraten krijgt en hij helpt de boom om water, mineralen en voedingsstoffen op te nemen. De bomen kunnen hierdoor beter groeien.
Bovendien blijken bomen zo beter bestand tegen droogte en parasieten, soms ook tegen parasitaire schimmels: oftewel de paddenstoel beschermt de boom tegen andere paddenstoelen!
In het artikel 'Vleesetende paddenstoelen: ze bestaan!' op natuurbericht.nl kun je lezen over hoe de Tweekleurige fopzwam een boom helpt aan zijn stikstof:
http://www.natuurbericht.nl/?id=7109&q=vleesetende+paddenstoelen
De Holsteelboleet (Suillus cavipes) is een boleet. Dit wil zeggen dat deze paddenstoel onder de hoed geen plaatjes, maar gaatjes heeft. Deze poriën zijn vrij groot, hoekig en wat langwerpig.
De hoed doet zacht en viltig aan en is roestbruin tot donkerbruin. De sporen zijn bruin tot olijfkleurig en spoelvormig. De steel heeft een vliezige ring, is boven de ring licht en onder de ring donkerder. De steel wordt na verloop van tijd hol.
De gele vorm van de Holsteelboleet (f.aureus)lijkt op de gewone Holsteelboleet, alleen de hoed is prachtig goudgeel.
De Friese naam voor deze goudgele schoonheid is Holstâlbolstsje (giele foarm).