In de vorige Sluiswachter is al geschreven over de Omgevingsvisie, waarin het gaat over de toekomst van onze gemeente. Het gaat daarbij echt om vrijwel alles.
Onlangs waren vertegenwoordigers van LTO, ELAN -ook een organisatie van boeren-, enkele onafhankelijke boeren, Geaflecht en Natuerferiening Bakkefean e.o. met elkaar in gesprek daarover; met name over de toekomst van ons landschap, de natuur en de landbouw. Enkele ambtenaren van de gemeente waren er ook bij. Gespreksleider was een journalist van Omroep Friesland.
Huidige natuur en landschap goed beschrijven
Geaflecht en Natuerferiening Bakkefean -NFB- willen graag dat het huidige landschap goed beschreven wordt. In de concept-omgevingsvisie zijn de ecologische en culturele waarden van het landschap, van de natuurgebieden, de agrarische gronden en de dorpen onvoldoende opgetekend. Hierdoor ontbreekt een bruikbaar toetsingskader. Nieuwe plannen en ontwikkelingen kunnen daardoor niet getoetst worden op hun invloed op de bestaande natuur en het huidige landschap.
Nu wordt er in de komende Omgevingswet grotere vrijheid gelaten voor nieuwe ontwikkelingen. Er zal gelden: veranderingen mogen, tenzij aangetoond kan worden dat er grote bezwaren tegen zijn -ja, tenzij principe -. De gemeente moet daarom sterk staan om natuur en landschap voldoende te kunnen beschermen. Dan is een degelijk toetsingskader juist hard nodig.
Duurzame landbouw voor schoon water, gezonde bodem, gezonde lucht
De natuurverenigingen pleitten ook voor behoud van landschap en natuur middels aandacht voor duurzame landbouw. Dit gaat ook over behoud van boerenbedrijven, ook voor toekomstige generaties. Het huidige landbouwbeleid moet dan wel veranderen. Niet langer streven naar schaalvergroting als manier voor overleven als boerenbedrijf. Niet langer de nadruk op grotere productiviteit maar aandacht voor ecologische effecten van landbouw. Aandacht voor bodem, water en luchtkwaliteit, voor behoud van biodiversiteit.
De natuurorganisaties hebben veel respect voor de boer, maar toch: er zou meer gewerkt moeten worden vanuit ecologische kennis. In het landbouwonderwijs en in de advisering door LTO wordt daar weinig aan gedaan. De biodiversiteit gaat veel te hard achteruit. Dat bedreigt niet alleen de natuur maar op den duur ook de landbouw zelf! Natuur en landbouw hebben eigenlijk veel gemeen. Het gezamenlijk belang voor de lange termijn is namelijk: schoon water, gezonde bodem, schone lucht. Aandacht daarvoor is nodig om ook op de lange termijn te kunnen blijven produceren. Natuurorganisaties willen daarom graag samenwerken met boeren.
Dynamisch ondernemen met minder regels
LTO, boeren en ELAN hielden een eenstemmig pleidooi voor ruimte voor de agrarische ondernemers. Zij willen dynamisch ondernemen en dat vraagt minder regels en meer vrijheid. Op de vraag van de natuurverenigingen -wat vinden jullie nu dan klemmend of te zeer geregeld in de huidige concept-visie?- kwam eigenlijk geen antwoord.
Leefbaar platteland
-Zonder boeren geen leefbaar platteland en geen levendige mienskip- was een veel gehoorde zin. De natuurverenigingen denken daarentegen dat burgers -rond 90% van de bewoners van het platteland- zeker ook grote -misschien wel de belangrijkste- invloed hebben op de aanwezigheid van bakkers, scholen of verenigingen in de dorpen dus op de leefbaarheid van het platteland.
Voeden van de wereld
Bij de herhaalde opmerking: -De Nederlandse boeren zijn nodig voor het voeden van de wereld-, hebben de natuurverenigingen wel kanttekeningen geplaatst. Bijna 80% van de landbouwproductie is voor export. Dat is volgens hen niet onverdeeld positief voor de Nederlandse samenleving of de wereld. Denk aan de enorme hoeveelheid mest die we hiermee in ons kleine land produceren, aan de ontbossing van de Amazone -dus klimaatverandering- en aan de subsidies voor de Europese landbouw.
Bereidheid tot veranderen
De boeren zeggen wel dat ze willen veranderen. Ook dat ze hier en daar al minder pesticiden gebruiken, minder antibiotica inspuiten e.d. Ze doen het al veel beter, vinden ze. Het inkomen moet echter wel goed blijven. LTO: -Het moet allemaal maar kunnen. Er moet een goed verdienmodel zijn-. Een terechte opmerking, beaamden de natuurverenigingen allebei. Zij wezen er wel op dat er 25 miljard wordt vrijgemaakt voor veranderingen binnen de landbouw. Dat werd helaas van tafel geveegd.
Boeren voelen zich onder druk gezet, er zijn veel onzekerheden over de toekomst. Een situatie waar natuurlijk niemand in wil zitten.
Toekomstbeeld
De Natuurverenigingen schetsten wel een toekomstbeeld: niet nog meer schaalvergroting, maar juist extensivering. De stikstofproblemen, bodemdaling, verschraling van biodiversiteit en slechte waterkwaliteit: al die problemen integraal aanpakken. Dit toekomstbeeld werd wel serieus genomen. -Dat zouden we wel willen maar we kunnen dat waarschijnlijk niet. Bij extensiveren moet je dubbel zoveel land hebben en wie gaat dat financieren?-
De natuurverenigingen waren van mening dat je dan niet meer land maar de helft minder vee moet hebben met verdubbeling van de marges die de boerenkrijgen. Dat vergt wel verandering binnen de hele voedselketen. Landelijke en Europese afspraken over prijzen en subsidies zijn daarvoor nodig. Bonus voor schone/gezonde producten en malus voor vuile/natuur belastende producten. Het armoede vraagstuk, -of beter de ongelijkheid binnen Nederland-, dat in dit verband vaak naar voren wordt gebracht, los je niet op door hogere prijzen voor goed voedsel achterwege te laten, maar wel door een eerlijker belastingstelsel.
De natuurverenigingen begrijpen dat dit voor individuele boeren veel gevraagd is. Zij willen graag optrekken met de landbouwlobby in de richting van minder vee, meer boeren en hogere marges voor boeren.
Gezamenlijke conclusie over de bijeenkomst: uiteindelijk een goed gesprek waarbij wederzijds werd geluisterd. Daar moet een vervolg op komen!